Minister Kuipers ziet geen verschillen in salaris van aios-groepen
Minister Kuipers stelt geen extra financiering beschikbaar voor het verhogen van de salarissen van de aios-groepen in dienst van de SBOH (Stichting Beroepsopleiding Huisartsen). Dat heeft hij in antwoord op Kamervragen laten weten. SBOH had de minister om extra financiering gevraagd op basis van een vergelijkingsonderzoek naar arbeidsvoorwaarden dat ze liet uitvoeren. Volgens de minister heeft een aios in dienst van de SBOH, teruggerekend naar uurloon, echter geen lager maar een hoger salaris dan aios in ziekenhuizen of de ggz. De minister onderschrijft het belang van onderzoek naar de beweegredenen van basisartsen om intra- of extramuraal te gaan werken.
Op 4 juli publiceerde de SBOH een vergelijkingsonderzoek over de beloningen van aios, waaruit zou blijken dat aios in ziekenhuizen en de ggz een aanmerkelijk hoger salaris krijgen dan aios buiten het ziekenhuis. Naar aanleiding van dit onderzoek werden Kamervragen aan de minister gesteld om extra financiering van extramurale aios te faciliteren. Hiermee zouden onder andere de salarissen van aios in dienst van de Cao SBOH (waaronder aios huisartsgeneeskunde, aios ouderengeneeskunde, aios M+G en aios-VG) kunnen worden verhoogd en het aantal salaristredes worden uitgebreid. De Jonge Specialist heeft destijds enige nuanceringen aangebracht.
Belang van extramurale artsen
Inmiddels heeft minister Kuipers formeel gereageerd. De volledige reactie lees je hier. De minister schrijft verheugd te zijn met het initiatief van de SBOH en opleidingsinstellingen buiten het ziekenhuis om meer artsen te enthousiasmeren voor extramurale vervolgopleidingen. De extramurale arts zal de komende jaren namelijk een steeds belangrijkere plek gaan innemen in de zorg. Het is goed om te weten dat De Jonge Specialist al langer samen met de LAD en KNMG de website www.startalsarts.nl heeft opgericht om basisartsen te helpen in hun keuze voor een vervolgopleiding. DJS wil immers ook dat jonge dokters zich bij de keuze van hun opleiding laten leiden door de inhoud van het vak zodat elke arts op de plek komt waar hij/zij zich vanuit intrinsieke motivatie zich toe geroepen voelt.
Vergelijking klopt niet
De minister constateert dat de gemaakte vergelijking uit de Kamervragen en het persbericht tussen het salaris van extramurale aios en intramurale aios niet klopt. In lijn met de reactie van De Jonge Specialist geeft de minister aan dat in de Cao SBOH een voltijdwerkweek van 38 uur (inclusief studie/terugkomdag) geldt, terwijl in de Cao’s GGZ en Ziekenhuizen sprake is van een normatieve werkweek van 48 uur (dit is inclusief 10 uur studie) en bij de Cao UMC van 46 uur (inclusief studie). Teruggerekend naar het uurloon betekent dit dat een aios in dienst van de SBOH juist een fors hoger salaris heeft dan een aios in het ziekenhuis of ggz (ca. 10-20% hoger uurloon). Als het ministerie het salaris van aios-groepen buiten het ziekenhuis structureel zou verhogen, zouden de salarisbedragen van de Cao SBOH juist boven de andere cao’s uitstijgen. De minister erkent dat het aantal salaristredes in de Cao SBOH korter is en dat dit een knelpunt zou kunnen zijn. De inrichting hiervan is echter nadrukkelijk een cao-aangelegenheid die de SBOH zelf kan oppakken.
Beweegredenen
Tot slot onderschrijft minister Kuipers het belang van onderzoek naar de beweegredenen van basisartsen. Dus waarom kiest een basisarts wel/of niet voor een specifieke vervolgopleiding? Het Capaciteitsorgaan doet hier ook onderzoek naar in nauwe samenwerking met De Jonge Specialist.De minister acht dit specifieke onderzoek van groot belang. Hij laat het aan het volgende kabinet om de uitkomsten van dit onderzoek in samenhang met het onderzoek vanuit de SBOH te wegen.
Om binnen Nederland passende zorg aan alle patiënten te kunnen leveren moeten er voldoende medisch specialisten en extramurale specialisten worden opgeleid. Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden voor alle aios kunnen dat bevorderen. Daarnaast zijn factoren zoals bevlogenheid, directe collega’s, mate van invloed binnen de organisatie, de werk-privébalans en de ervaren werkdruk belangrijk. De Jonge Specialist bepleit dan ook om vooral aandacht te hebben voor een gezonde en veilige werkomgeving, met goede arbeidsvoorwaarden voor alle jonge artsen, zowel intra- als extramuraal. Graag trekken we met alle veldpartijen gezamenlijk op om jonge artsen bekend te maken met de breedte van de gezondheidszorg, zodat elke arts op de plek komt waar hij/zij zich vanuit intrinsieke motivatie zich toe geroepen voelt.